Formatief evalueren (Deel 3 van 3)

Datum: 9 maart 2021
Auteur: Peter Loonen

Neem de juiste beslissingen in je lessen

Formatief evalueren – 4 aspecten

In de eerste blog heb ik je meegenomen in het waarom van formatief evalueren. In de tweede blog ben ik ingegaan op het feedbackproces en het belang van studenten hierin. Vandaag, in de laatste blog, licht ik de 4 aspecten van het formatief evalueren toe. Ik noem een paar van de meest voorkomende valkuilen en geef je een paar praktische tips om het formatief evalueren toe te passen in je online lessen.

ASPECT 1 – DOELEN STELLEN EN STRUCTUREREN

Voor wie zijn de doelen?
We kunnen dit niet vaak genoeg benadrukken: zorg ervoor dat studenten het grotere geheel zien en snappen waarom en waarvoor ze het doen. De details heb je alleen als docent nodig, zodat je het hele proces van week tot week kunt monitoren en je lessen kunt opbouwen.

ASPECT 2 – KWALITEITSBESEF BIJBRENGEN

Wanneer is het goed genoeg en wanneer niet? Waar sta ik in het proces? Maak helder voor studenten wat je van ze verwacht, laat ze de stappen in het proces zien en doorgrond met elkaar de kwaliteitscriteria.

TIP 1: STUDENTEN ACTIVEREN ALS LEERBRON VOOR ELKAAR

Maak subgroepen en geef ze een project van vorig jaar + de beoordelingscriteria. Door dit met elkaar te bespreken en bediscussiëren, ontdekken ze samen wat kwaliteit is. Zie verder in deze blog welke vragen ze hierbij aan elkaar kunnen stellen.

ASPECT 3 – VRAGEN FORMULEREN

Eén van de belangrijkste aspecten van formatief handelen is. Het stellen van goede formatieve vragen die het leerproces stimuleren is nog geen eenvoudige taak. Dit geldt voor zowel de docent als de student. Voor welke valkuilen moet je hier waken?

  • Valkuil 1. Te veel vragen tegelijkertijd stellen
    Uit onderzoek blijkt dat docenten vaak te veel vragen tegelijk stellen. De oorzaak daarvan is onvoldoende voorbereiding van die vragen. Het gevolg daarvan is dat een docent tijdens de les heel veel woorden nodig heeft om de eigenlijke vraag goed te kunnen formuleren.
  • Valkuil 2. Het antwoord te snel geven
    Docenten hebben vaak de neiging om te snel het antwoord te geven op de vraag die ze zelf stelden. Geef de studenten altijd voldoende tijd om allemaal zelf op het antwoord te komen. Geef meerdere of alle studenten de kans om met een antwoord te komen.
  • Valkuil 3. Hand opsteken om een vraag te beantwoorden
    De gangbare cultuur is dat degene die zijn hand opsteekt, de vraag mag beantwoorden. Maar dit kan juist zorgen voor een ongewenste dynamiek in de klas. Het zijn namelijk vaak dezelfde studenten die hun hand opsteken. Een student die het antwoord wel wist, maar zijn hand te laat opstak, is dan misschien teleurgesteld dat hij niet een keer kan antwoorden. En een student die het antwoord vaak niet meteen weet, gedraagt zich misschien steeds passiever (‘want Pietje geeft het antwoord toch wel’).
TIP 2: HAND OMHOOG = VRAAG STELLEN:

Laat studenten alleen hun hand opsteken als ze zelf een vraag willen stellen. En niet om een antwoord te geven. Houd je studenten actief bij de les door persoonlijk aan te wijzen van wie je antwoord wilt.

WAT ZIJN GOEDE FORMATIEVE VRAGEN?

Belangrijk is om het doel van je vraag scherp te hebben. Wat wil je weten? En hoe zet je studenten aan om ze zelf en met elkaar te laten nadenken over de opdracht. Hieronder vind je voorbeelden van goede formatieve vragen.

Voorbeelden van goede formatieve vragen- docent naar studenten

  • De hoe-vragen: hoe werk je samen?
  • De waarom-vragen: waarom is zeewater zout?
  • Vragen naar praktijkervaring: hoe zou jij het probleem oplossen en waarom?
  • Focus op fase 4 van formatief evalueren: vertel in groepjes hoe jullie tot een oplossing kwamen.
  • Doorvragen: wat is er volgens jullie nodig zodat deze oplossing tot een duurzame verbetering kan leiden?
  • Vragen gericht op creatie: hoe zou jij dit verbeteren of aanpassen?

Voorbeelden van goede formatieve vragen- studenten met elkaar

  • Waarin verschilt X van Y?
    Wat zijn de sterke en zwakke punten van x en y?
    Wat is het verschil tussen X en Y?
  • Leg uit hoe het komt dat…
    Wat zou er gebeuren als…
    Waarom is X een voorbeeld van Y?
  • Vergelijken X en Y met betrekking tot Z
    Op wek gebied zijn X en Y hetzelfde?
  • Hoe zou je X uitleggen aan een medestudent?
    Wat zijn de implicaties van X voor Y?
  • Welk invloed heeft X op Y?
    Wat is het sterkste argument tegen X?
    Waarom gebeurt…. (niet)?
  • Voorbeelden die jullie kunnen maken

ASPECT 4 – VEEL TESTEN & WEINIG AFREKENEN

Studenten veel testen is cruciaal. Sterker nog: eigenlijk zou je 50% van de lestijd moeten gebruiken om je studenten te testen. Waarom dat aan te raden is? Omdat veel testen deze 10 voordelen met zich meebrengt (Roediger, Putnam, & Sumeracki, 2011):

  1. Door de vele herhalingen gaan studenten na enige tijd de stof beter onthouden.
  2. Studenten krijgen inzicht in wat ze nog niet weten.
  3. Studenten gaan zich beter voorbereiden op wat nog komt.
  4. Beter organisatie en samenhang in kennis.
  5. Beter transfer van kennis.
  6. Beter herinneren van kennis die niet bevraagd is.
  7. Stimulatie van meta-cognitieve vaardigheden.
  8. Activeren en integreren van voorkennis.
  9. Feedback voor de docent.
  10. Veel testen stimuleert studiegedrag.

En zo monitor je continu waar de studenten staan en wat de volgende stap is in je didactiek.

TIP 3: EXIT-TICKET MEEGEVEN

Aan het einde van het lesprogramma stuur je de studenten niet weg met lege handen. Je geeft ze bijvoorbeeld een exit-ticket mee. Hiermee meet je voor je volgende alvast bijeenkomst waar de studenten staan in het grotere geheel.

Up-do-date blijven?

Ontvang onze nieuwsbrief

Schrijf je in
0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *