Een nulmeting voor motivatie bij leerlingen
Ik zat in de auto terug van vakantie met twee pubermeiden op de achterbank. Het einde van de zomervakantie naderde en dat was voldoende om uren te klagen over ‘het weer naar school moeten’…(het grappige is dat ik een dag later met vrienden bij elkaar zat die allemaal in het onderwijs werken en daar hoorde ik eigenlijk hetzelfde geklaag…maar dit terzijde…).
Natuurlijk wilde ik de ‘perfecte opvoeder’ zijn en probeerde het gesprek te kantelen met de wijze volwassen opmerking ‘dat het toch niet altijd vakantie kan zijn?’ (wat natuurlijk sowieso de aller slechtste drogredenering is; ik zou zelf niets liever willen nl.). Het ging hen echter niet om het vakantiegevoel en de daarbij behorende vrijheden die eindigden maar over hoe moeilijk het soms is om met plezier en zin naar school te moeten gaan. Sommige lessen en docenten waren echt helemaal top en daar keken ze naar uit maar er werden ook aardig wat vakken en bijbehorende docenten genoemd die er voor zorgden dat de zin om naar school te gaan aardig werd gedempt. De door mijn twee meiden genoemde motivatieremmers waren divers; sommige volledig terecht, andere volgens de puberberedeneringen zo krom dat ik er geen soep van kon koken…
‘Je zal maar docent zijn’, dacht ik, ‘en een klas voor je hebben waar de demotivatie vanaf druipt en niet weten waar het nu aan ligt…’ Het is te makkelijk om de schuld van de demotivering bij alleen de docent en zijn les te leggen zoals het ook te kort door de bocht is om het te hebben over ‘die jeugd van tegenwoordig’.
Belangrijker is de vraag; weten de docent en de leerling eigenlijk zelf wel hoe het met die motivatie is gesteld en ‘waar het ‘m nou precies in zit?’ Misschien zou een stuk inzicht bij beide kanten wel eens iets heel moois kunnen opleveren!
Laten we daar nu een mooi hulpmiddel voor hebben: ‘De nulmeting voor motivatie’. Een lijst met vragen die door de leerlingen ingevuld kan worden en bijvoorbeeld in een individueel coachingsgesprek of in een klasse-evaluatie als rode draad kan dienen en ook jou als docent een beter beeld kan geven van de klassen- en lesdynamiek.
De nulmeting wordt individueel ingevuld door elke leerling, niet in groepjes want dat levert meer subjectief groepsgedrag op. Download de nulmeting hier.
Ik ben benieuwd naar jullie ervaringen met deze nulmeting. Mocht je ze met me willen delen of eens samen bespreken dan hoor ik dat graag; e.heerkens@oabdekkers.nl ! Succes hiermee en natuurlijk wens ik elke docent en leerling een leuk, uitdagend, fris, leerzaam en gemotiveerd 2017 toe!
Op zich aardige vragenlijst, maar ik mis de relevantie ervan. Wat meet ik hiermee? Wat heb ik als student of docent aan mijn score? Hoe moet ik dit interpreteren? En welke interventies kan ik hierop inzetten? Kortom: wat is er het praktisch nut van? ;-).
Beste Jesse,
de vragenlijst heeft als doel om inzicht te krijgen in waar motivatiekrachten en motivatielekken zitten. Het is geen diagnose-tool maar een signaleringsinstrument. Als een hele groep studenten deze tool invult heb je een mooi gespreksdocument om samen met die studenten tot verbetering te komen.Hoe groter de respons van studenten is, hoe helderder t beeld wordt van kracht en aandachtspunten.
De helft van de vragen gaat over de student zelf: het geeft zowel de docent als de student inzicht in wat vanuit intrinsieke motivatie de student drijft om geinteresseerd en actief naar school te komen. De andere helft van de vragen gaan over het schoolklimaat en de (individuele) docenten en hun invloed op de motivatie.
Bij een aantal vragen bv ‘Als ik kan, wil ik betere cijfers halen voor dit vak dan de andere leerlingen’ zegt de score iets over de persoonlijkheid van de student en hoeft een score van 1 niet (direct) zorgelijk te zijn. Echter als bij de vraag ‘De docent is geïnteresseerd in mij’ een volledige groep studenten een 1-3 score geeft is er sprake van een probleem waar direct aandacht aan besteed moet worden.
Als het gaat om interventies zou je de volgende stelregel kunnen hanteren:
Indien er een motivatieprobleem is bij een student waarbij voornamelijk negatief (lager dan een 4) gescoord wordt op persoonlijke motivatievaardiheden (concentratie, doorzettingsvermogen) zou er een terugkoppeling hierover met de student moeten plaatsvinden in SLB/coachingsgesprekken.
Indien er een motivatieprobleem is bij een student waarbij de docentfactoren (aandacht, interessante les, leren) laag scoren, is er voor het team werk aan de winkel (zeker als het door veel studenten gescoord wordt).
Sec: het is een eerste inzichtsmodel .
Met groet,
Emile
OAB Dekkers