Is deze blog interessant voor jou?
Deze blog is geschreven voor docenten in het beroepsonderwijs die handvatten zoeken om de complexe doelgroep leerlingen een stap verder te helpen in gedrag en prestaties. Ben jij deze docent of ken jij iemand die werkt met leerlingen die ‘lastig’ gedrag vertonen in het beroepsonderwijs? Lees dan deze blog of stuur hem door.
Wat vinden docenten ‘lastig’ gedrag?
Op basis van de beschrijvingen van probleemgedrag door docenten definieerden Van der Wolf en Van Beukering (2009) de volgende typen:
Acht typen van probleemgedrag |
Dwars, dwingend, onrustig, brutaal |
Agressief, dominant, niet sociaal, niet eerlijk, regels schendend |
Druk, ongeconcentreerd, overbeweeglijk, impulsief |
Wisselende buien, onvoorspelbaar, explosief, angstig, snel beledigd |
Weinig motivatie, slechte werkhouding, zwak presterend |
Moeilijk contact, niet communicatief, eenzijdig gericht |
Stil, gesloten, weinig aansluiting, angstig, passief, somber |
Onzeker, weinig zelfvertrouwen, faalangstig, dwangmatig |
Wat heeft ‘lastig’ gedrag voor consequenties?
Bijna elke docent ervaart het gedrag van de leerling als steeds lastiger! Dat zorgt ervoor dat steeds meer tijd in ons onderwijs uitgaat naar herhaalde waarschuwingen en onderbrekingen van de les. Als docent maakt dit je beroep niet leuker. Je kunt het gevoel hebben dat je primaire onderwijstaak in het gedrang komt. Je kunt gaan twijfelen aan je eigen functioneren, je kunt het plezier in het lesgeven verliezen of frustraties ervaren in de omgang met de omgeving van de leerling. In onderstaand filmpje wordt ingegaan op de gedragsproblemen in het onderwijs en hoe je kunt reageren op gedragsproblemen.
Bij veel docenten gaat 80% van hun aandacht naar 20% van hun leerlingen. Er is gedrag dat je op een bepaalde manier triggert, in positieve dan wel negatieve zin. Je kunt voor jezelf in kaart brengen naar welke leerlingen je aandacht uitgaat en op welke manier je hen aandacht geeft. Luister je naar een leerling, stel je de leerling een (verdiepende) vraag, geef je de leerling een positieve bekrachtiging of corrigeer je de leerling op zijn gedrag? Zoals ook in het hierboven getoonde filmpje wordt aangegeven, kun je op bepaalde situaties als docent passend reageren en bij andere situaties heb je collegae, de zorgschil of het management nodig. Door vanuit een integrale benadering te werken kun je prosociaal gedrag versterken en probleemgedrag voorkomen.
Docent is doorslaggevend bij passend onderwijs
Jij bent als docent de spil in het vormgeven van Passend onderwijs: jij bent immers degene die het onderwijs passend kan maken. Steeds meer is het besef gegroeid dat de kwaliteit van het onderwijs voor een belangrijk deel wordt bepaald door de professionaliteit van de docent (Denis en Van Damme, 2010; Marzano, 2007). Dit betekent dat er hoge eisen dienen te worden gesteld aan het handelingsrepertoire van iedere docent, zowel in de didactische aanpak (de manier waarop onderwijs wordt gegeven) als de pedagogische aanpak en de relatie die een docent heeft met de leerling. In het kwalificatiedossier docent mbo staat weergegeven welke kennis en vaardigheden je als docent nodig hebt om een goede docent te zijn.
HELP vraagt om HULP!
In het beroepsonderwijs werken veel docenten die uit de praktijk komen. Dat heeft een onwijs groot voordeel. Tegelijkertijd vragen we van deze ‘beroepsidioten’ een zogenaamde pedagogisch-didactische aantekening. Je kunt je afvragen of dat kwalitatief voldoende oplevert en of dat niet op de werkvloer kan worden vormgegeven zodat het wat makkelijker te doen is voor zij-instromers.
Goed pedagogisch en didactisch onderwijs blijkt de meest effectieve preventie van gedragsproblemen te zijn. Van adequate instructie in uitdagende leeromgevingen en een positieve basishouding van docenten in het omgaan met verschillen gaat een preventieve werking uit (Marzano, 2007). Bovendien heeft een passend handelingsrepertoire van docenten niet alleen positief effect op de leerlingen, maar ook op de docent zelf. Het komt het zelfvertrouwen en het vermogen om adequaat en efficiënt te handelen (self-efficacy) van de docent ten goede, met als gevolg dat de mate van handelingsverlegenheid afneemt.
Wat heb je aan individuele coaching?
Ik ondersteun dagelijks docenten die de uitdaging willen aangaan om kwalitatief hoogwaardig onderwijs te verzorgen. Mijn belofte aan jou is dat ik je bij een individueel coachtraject ten minste één stap verder help. Ik zeg altijd “Als je iets wilt gaan leren, kun je maar beter les gaan geven.” Daarom ondersteun ik je in je dagelijkse beroepspraktijk. Tijdens een individueel coachtraject stappen we uit onze comfortzone en leren we samen.
De aanpak richt zich op een inventarisatie van good practices die je direct kunt gebruiken in je onderwijs. De focus ligt daarbij vooral op het primaire proces: het handelen van jou in de klas en de condities die daarbij van belang zijn. Hieronder geef ik alvast een aantal tips cadeau die je kunnen helpen.
- Het tot stand brengen van een hechte persoonlijke, professionele relatie;
- Het aanbieden van structuur in je onderwijs op basis van heldere afspraken en gedragsregels;
- Het verzorgen van uitdagend onderwijs dat aansluit bij de behoeften en mogelijkheden van de leerlingen;
- Doelgericht lesgeven waarbij directe instructiestrategieën en gedifferentieerde instructiestrategieën worden ingezet.
Het lijken tips van de stichting ‘Open deur’, en dat zijn het ook. Het gaat om de vertaalslag van deze tips naar de praktijk. Want jij als docent laat het onderwijs leven, blijkt uit onderstaand filmpje.
Wil je lezen hoe docenten mijn ondersteuning eerder hebben ervaren? Klik dan hier.
Marzano, R.J. (2007). What Works in Schools: Translating Research into Action. Alexandria: ASCD. (http://onderwijsboek.nl/wat-werkt-op-school)
Ik wil niemand tekort doen maar de gemiddelde docent, die ongetwijfeld goed is in zijn/haar vakgebied, ontbeert ook skills. Expert zijn maakt helaas maar een klein deel uit van succesvol docent zijn.
Kunnen we ook anders kijken naar het probleem en de oplossing? Niet het probleem bestrijden maar daar zelf als docent iets voor in de plaats zetten dat veel aantrekkelijker is.
We vragen leerlingen/studenten 6 tot 8 keer per dag interesse te hebben en enthousiast te worden voor scala aan ‘vakken’. Zouden we dat zelf kunnen opbrengen? Misschien een enkeling met een enorme dosis interne motivatie. Ik spreek uit ervaring als ik zeg dat volwassenen in een dagelijkse lessituatie op pubers gaan lijken.
De 8 typen probleemgedrag kunnen we onder de noemer PUBER samenvatten. Het genoemde beroepsprofiel met de basistaken bestaat uit vaardigheden die een expert moet bezitten. Uitdagend en inspirerend lesgeven, aansluiten bij de belevingswereld en op juiste niveau staat erbij maar wie durft een weddenschap aan om zijn les te geven aan een zaal met collega’s of desnoods onbekenden en dan een cijfer te ontvangen over deze items. Docent zijn gaat niet alleen over kennisoverdracht.
Wat zijn er dan voor skills die docenten zelf kunnen inzetten waar geen of weinig aandacht voor is?
Een docent is een entertainer die vooral zichzelf uitdaagt. Geef leerlingen een rol in je toneelstuk. Vertel een verhaal. Daag ze uit. Niet met een ingewikkelde opgave maar om jou te betrappen op een fout. Beloon ze concreet.
Een docent is humorvol, ad rem, kan de groep bespelen maar gunt leerlingen ook hun victorie.
Een docent kan improviseren.
Een docent maakt werkvormen en planning die aansluit bij kennis over brein en leren.
Een docent kan afdalen naar het publiek in niveau, belevingswereld en dynamiek
Een docent toets de leerstijlen en leerstrategieën van leerlingen en handelt daar naar.
Ik denk dat deze skills absoluut niet bij het merendeel van het docentencorps aanwezig is waarmee ze het in eerste plaats voor zichzelf lastiger en onaantrekkelijker maken dan noodzakelijk.
Met vriendelijke groet,
Arno Rademaker
Beste heer Rademaker, beste Arno,
Bedankt voor de inspirerende woorden in uw reactie.
Dat docenten zich evengoed gedragen als studenten kan ik alleen maar bevestigen. Dit heb ik eerder ook gedaan in mijn blog ‘Docenten zijn net studenten’ (https://oabdekkers.wordpress.com/2014/12/30/docenten-zijn-net-studenten/) Overigens heeft iedereen pubergedrag in zich en hoeft dat helemaal niet erg te zijn. Het kan mooie situaties/interacties opleveren tussen docenten en studenten.
Docent zijn vraagt om vaardigheden van een duizendpoot, dat is op zich al een hele uitdaging. We proberen met onze blogs steeds meer bewustzijn te creëren van wat het docentschap van je vraagt en hoe je dat kunt bereiken. Mijn college Aukje Meens schreef eerder haar blog over breingericht leren (https://oabdekkers.wordpress.com/2014/10/28/hoe-stimuleer-je-het-rechterbrein/). Ik vind de vaardigheden (humor, improviseren, breinvriendelijk onderwijs, aansluiten bij de doelgroep en leerstrategieën) die u noemt mooier dan de vaardigheden zoals die in het kwalificatiedossier van de mbo-docent vermeld staan.
Het blijft een zoektocht naar hoe we de studenten kunnen motiveren en gemotiveerd kunnen houden, en dat geldt ook voor onszelf. Zo lang we maar in de lijn van ontwikkeling blijven leren we met en van elkaar.
Met vriendelijke groet,
Rosalie de Kooning